Als je stapt dan is de hele aarde op je gestort - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Veerle & Rosanne - WaarBenJij.nu Als je stapt dan is de hele aarde op je gestort - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Veerle & Rosanne - WaarBenJij.nu

Als je stapt dan is de hele aarde op je gestort

Door: Trudie, Veer & Roos

Blijf op de hoogte en volg Veerle & Rosanne

14 December 2012 | Suriname, Paramaribo

Na Onafhankelijkheidsdag ging de week weer van start, Roos begon met interviews en fietste half Paramaribo door om bij mensen thuis interviews af te nemen. Bij een huis omgeven door een schutting van golfplaten stond ze stil met haar fiets terwijl drie mannen vanonder een auto haar aankeken. ‘Ehm, ik ben op zoek naar mw. die en die’. Nadat een van de mannen naar achteren liep werd de fiets tegen een golfplaat gedeponeerd. De man kwam terug en zei tegen Roos dat ze door kon lopen. Bij drie magere hondjes en drie prachtige donkere meisjes met keurige vlechtjes hield ze stil. Ze meisjes keken vol verwondering giechelend omhoog. Ze vertelden fluisterend hun naam en lachten lief. Toen klonk daar: ‘He schat, hoe is het? Kom erin, je hebt je aan je woord gehouden!’ Door een gangetje vol foto’s en platen ging ze Roos voor naar een kleine woonkamer waar de tv door de ruimte schalde. Roos nam voorzichtig plaats op een versleten bank en legde haar tas naast haar (nooit op de grond!). De eerste paar minuten verliep het gesprek moeilijk want de respondent wilde toch echt het tv-programma wat op dat moment aanstond, afkijken. Na tien minuten was het voorbij en moest de kleindochter het geluid zachter doen. Maar och, hij kon ook wel helemaal uit dus de respondent drukte toch zelf de power knop in en vanaf toen vlotte het gesprek heel aardig. Terwijl Roos die dagen bij verschillende mensen interviews afnam en uitwerkte zat Veer heerlijk te relaxen en haalde ze dinsdagavond Trudie van het vliegveld.
Gelijk de eerste dag togen zij, samen met nog drie huisgenoten, ook met de speedboot de Surinamerivier op met de huisbaas. Helaas in iets andere omstandigheden dan de eerste keer, aangezien de regen met bakken uit de hemel kwam, net op het moment dat zij in de boot stapten. Er was een andere mannelijke huisgenoot die als huisslaaf werd gebruikt deze dag dus de dames waren weer vrij gesteld van werkzaamheden.
De dolfijnen sprongen in grote getale om hun heen en ze zagen honderden prachtige rode ibissen fladderen, een iets beter uitzicht dan de vorige keer.

Helemaal rozig kwamen ze thuis waar ze lekker eten van een warung haalden. Roos was ondertussen met een paar huisgenoten naar een pannenkoekenrestaurant om ‘es Hollands te doen’. Ze maakten het daarna wel goed met een echte Surinaamse cocktail.

Donderdag was relaxdag. Veer en Trudie togen ’s ochtends naar het kantoor om de trip voor het binnenland te regelen. Ze belandden bij een garage waar een man met zijn benen over de toonbank hun vragend aankeek. De desbetreffende vrouw van het kantoor moest van boven worden gehaald. Ze stelde zich voor en besloot gelijk (maar wel nadat ze hen een hand had gegeven) te vertellen dat ze griep had. Ze gingen haar achterna op een lange trap die uitmondde in een kamer met een gigantisch bureau. Je zou toch echt denken dat hier een advocaat werkte in plaats van een reisbureaumiep…. De hele procedure van opgave duurde lang want ze moest exact weten waar in de straat we woonden (voor of na de brug, op hoeveel meter afstand, aan welke kant?) alleen het huisnummer voldeed niet. Ook moesten er een heleboel stempels gezet worden en Veer en Roos moesten de volgende dag een brief meenemen van hun stageplek om aan te tonen dat ze daadwerkelijk stagiaires waren.
’s Middags werd het hotel weer aangedaan met lekker zwembad. Roos joinde Trudie en Veer na een interview. Deze dag had de zon besloten om bijna de hele dag volop te schijnen dus beter kon niet. ’s Avonds waren we de enigen in het hele roti-restaurant….

Vrijdagochtend om ‘iets van half tien’ moesten we klaarstaan. Terwijl de een op de wc zat, de ander wanhopige pogingen deed om een uit elkaar vallende tas te redden en de laatste hollend de laatste spullen inpakte stond de bus met passagiers voor ons huis en de kok in onze hal.
Na zo’n twintig minuten sleepten we alle bagage naar de bus waar we er pas achter kwamen dat er al vijf mensen van de groep de afgelopen minuten op onze inpakacties hadden gewacht. We stelden ons voor en zegen neer op een stoel. Zwaaiend naar de huisbazin en de schoonmaakster reden we weg, verder Paramaribo in waar we nog een aantal stagiaires, een moeder en dochter en een stel ophaalden. Dit maakte het, samen met een ouder echtpaar en een meneer alleen en ons drieën, tot een gemêleerd gezelschap. We reden naar Atjoni, met onderweg de nodige tussenstops want de rit duurde zo’n drie en een half uur. Op den duur stopte de weg en liep deze af, eindigend in water. Atjoni was bereikt, een plaatsje van waaruit het vervoermiddel wisselt van bus naar korjaal (lange, smalle boot). We zagen veel mensen met grote en kleine pakken, tassen en zakken, krioelend rondom tientallen korjalen, roepend om alles aan boord te krijgen voor vertrek. Er was een winkel, die goede zaken deed en er hingen vele mannen wat rond. Voor één srd kregen we van een vrouw een paar velletjes wc-papier mee naar een gammel toilet. Er stond een klein groepje bakra’s die onze plekken in de bus overnam en weer richting Paramaribo vertrok. Toen iedereen zich had ingesmeerd met zonnebrand en deet pakten we bagage en liepen achter onze gids, Reinier, aan naar de korjalen. Terwijl een man zich stond te wassen in de rivier trokken wij onze slippers uit en onze zwemvesten aan en namen plaats in de kleurige boten op de houten bankjes. In volle vaart voeren we weg van Atjoni, onderweg genietend van het prachtige uitzicht. Rotspartijen afgewisseld met heel veel groen en vele dorpjes met kleine huisjes en kerktorens. De dorpen aan de rivier zijn christelijke dorpen, verder het binnenland in zijn er vooral traditionele dorpen te vinden. De mensen die aan de rivier woonden waren voor de missionarissen gemakkelijker te bereiken, op deze manier is deze situatie ontstaan. Veel vrouwen waren afgedaald naar de rivier met manden vol wasgoed die ze te drogen legden op de rotsen. Kinderen speelden vrolijk tikkertje en zwaaiden naar de boot met bakra’s.
De kleine regentijd is zo goed als begonnen maar er was nog erg weinig regen gevallen. We kwamen bij een plaats waar het water erg laag stond dus moesten alle passagiers uitstappen en manoeuvreerde, trok en duwde de bemanning het korjaal tussen de rotsen door. Enorme rotspartijen waren bloot komen te liggen en op een schuine rots stond tussen al het natuurschoon een eenzaam fornuis. Sommige beelden zijn te vreemd voor woorden, zie de foto’s.
Na het geklauter achter de gids aan, klommen we de boot weer in en voeren nog een stuk door. Nog eenmaal moesten we het korjaal uit met de hele bups waarbij iemand door alle consternatie pardoes in het water viel. Na dit avontuur zagen we langzaam maar zeker watervalletjes dichterbij komen en links van ons doemden vele houten huisjes op, afgewisseld met hangmathutten. Op dit eiland zouden we de komende vier dagen vertoeven, helemaal geen slechte omgeving!

De bemanning laadde de tassen uit en terwijl we de heuvel opklauterden met de bagage ontvouwde zich voor ons het beeld van een relaxruimte met grote ligbanken en een zwembad en een kinderspeeltuin, omgeven door olijf- en palmbomen. De gids vertelde ons waar we zouden slapen, om welke tijd de maaltijden geserveerd zouden worden en dat de tijd hier een kwartier later was, Anaulatijd. We zeulden onze tassen naar de huisjes 4a en 4b waar we heerlijke bedden omgeven door zacht ruisende stoffen tegen de muggen. Om half vijf Anaulatijd stonden we klaar om naar een massagebad te gaan. We klommen naar beneden en klauterden over de rotsen. We staken de rivier over en daar was het massagebad al! Al voortstuwend veroverden we een plekje bij een kleine waterval die haar stralen in onze ruggen duwde. Bijna de hele groep zat op een rij en genoot van het water. De terugweg namen we aan meer zwembare route naar ons huisje. Na een koude douche liepen we naar de eetzaal terwijl de ara’s luid krasten. Grote bakken vol rijst, groenten en kip werden binnengedragen. Terwijl Roos nog even de aapjes bakova’s voerde schepten Trudie en Veer vast op. De eerste maaltijd lieten we ons goed smaken en we bleven nog lang na het eten hangen voor gesprekken over geneeskunde en posities in het leven.

De volgende dag openden we vol ontzag onze deur terwijl we toekeken hoe korjalen vol plastic waterflesjes op het strandje aan de overkant werden gegooid. Onze gids kon ons vertellen dat dit water voor de kinderen van de school waren, een dorp verderop. We waren om acht uur Anaulatijd aanwezig voor het ontbijt van eieren, spek, brood, kousenband en pasta! Een stevig ontbijt verder maakten we ons klaar voor de reis naar het marrondorp, het dorp waar onze gids woonde. Door de lage waterstand moesten we, na een ritje van drie minuten met het korjaal, een uur lopen. Dit betekent dat de mensen uit het dorp om te wassen al zo’n anderhalf uur kwijt zijn aan het heen en weer lopen. Onderweg zagen we een korjalenmaker en korjalen zie in verschillende stadia van bewerking waren. Al snel kwamen we bij een eerste dorpje waar we eerst langs de kapitein, de burgemeester van het dorp, dienden te gaan om hem te groeten. Daarna liepen we verder langs kleine, lage houten hutjes met rieten dak. Af en toe zagen we mensen maar dit dorp was bijna volledig uitgestorven omdat vele jongeren naar de stad trekken. Ook werken veel mensen op zaterdag op hun kostgrondjes waarvoor ze soms wel tien kilometer het bos in moeten. Ze blijven er dan ook geregeld een paar dagen werken.
We vervolgden onze weg over een breed pad, omgeven door vele planten en bomen. We kwamen langs een platgebrand stuk grond waar mensen op aan het werk waren. Toen een man uit de groep vroeg of hij een foto mocht maken vroeg de vrouw 5 srd, tsja, van die toeristen moet je profiteren!

Het eerste wat we van het dorp zagen was het weiland (alias vliegveld) waar kleine vliegtuigjes kunnen landen. Daarna liepen we door de traditionele kant van het dorp. Het dorp is verdeeld in een traditioneel en een christelijk deel maar loopt in elkaar over. De mensen leven ook gewoon samen. Bij een winkeltje kochten sommigen uit de groep snoep voor de kinderen die als vliegen op een pot stroop op ons af kwamen rennen. Een meisje deed heel wild en viel keihard op haar hoofd. De gids reageerde: ‘Ze is vaak genoeg gewaarschuwd’ en niemand stak een poot naar haar uit. Gelukkig was Trudie er die haar moederlijke gevoelens aanwende om het meisje te troosten. Verder liepen, langs het huis van de man met de vier vrouwen en de hutjes van zijn vrouwen met hun kroost ertegenover. Meisjes kwamen dichterbij en Veer en Roos hun tekeningen zien. Verder gingen we, naar de christelijke kant van het dorp. Stenen huizen afgewisseld met houten exemplaren, dartelende kindjes en kokende vrouwen. We zagen twee kanonnetjes langs zoeven en dit bleken twee van de vijf kleinkinderen van de gids te zijn. Hun moeder woont in de stad en ze worden opgevoed door oma, iets wat hier heel vaak voorkomt. Bij een houtsnijder hielden we halt en probeerden een paar af te dingen. Dat het niet lukte makte niet uit, ze hadden het toch geprobeerd (hoezo Nederlander?). Bij het volgende huis moesten we echt gaan zitten (er stonden drie stoelen) en konden we flesjes drinken kopen die de vrouw des huizes in een emmer voor onze neus zette.
De volgende stop was de school. Een mintgroen gebouwtje met vier lokalen, omgeven door een aantal huizen voor de leraren. In elke klas zitten zo’n 35 kinderen vertelde onze gids ons, we zagen hooguit twintig stoeltjes in elk lokaal waar de splinters uitstaken. Sommige groepen hadden werkjes in het lokaal hangen, bij anderen was het vrijwel leeg. Na de school deden we de kerk aan, die z’n witte toren fier in de lucht stak.
We stopten ook bij een winkeltje ‘voor de vrouwen’ waar kleden, tassen, sieraden en accessoires werden verkocht die gemaakt waren door vrouwen uit het dorp. Toen we wat wilden kopen moesten er eerst twee andere vrouwen gehaald worden want het betrof hun spullen. Met amusebakjes en oorbellen van kalebas en een zelfgemaakte tas stapten we na ene half uur het winkeltje uit. Daar vonden we onze reisgenoten, omgeven door kindertjes met hun fototoestellen in hun handjes. De kinderen vonden het fantastisch en maakten de ene na de andere foto. Roos bukte en een meisje greep naar haar zonnebril en zette hem omgekeerd op haar hoofdje. Toen ontdekte ze haar haar en voordat Rosanne het wist zat ze op de grond terwijl de meisjes plukten, aaiden en haar blonde bos gladstreken. Nu was de toerist de curiositeit in plaats van de dorpsbewoner zelf. Nog een gratis kapper ook!
Langs de missiepost verlieten we het dorp en na een hete, plakkende terugreis vielen we dankbaar in het water van het zwembad. Na luie uren aan het zwembad en in de hangmat stond er weer een bakken vol heerlijk voedsel klaar. Tezamen met de malariapil, de glazen sap en de befaamde toetjes van onze kok was onze maaltijd compleet.
’ s Avonds kwamen er muzikanten uit het marrondorp om voor ons op te treden. Een beetje onwennig omdat alle bakra’s op een rij toe zaten te kijken begonnen de jongens prachtig driestemmig terwijl de verschillende slaginstrumenten een voor een toegevoegd werden voor een ritmische sound. Twee dames kwamen langzaam heupwiegend dichterbij voor de finishing touch. De gids danste gelijk mee en bij het tweede nummer stonden de eerste bakra’s voorzichtig op waarna de rest volgde. Bij het derde nummer wenkten we het personeel en deden de billen van de dansdames wel heel bijzondere dingen. Terwijl de bakra’s vol ongeloof naar de trillende billen staarden of zelf hun lichaam in een dergelijke stand te krijgen vloog de avond om.
Vanwege de lage waterstand en de lange loopafstand naar het dorp zou de groep niet naar de kerk gaan de volgende dag. De GriepMiep had echter onze gids gebeld met de mededeling dat wij graag naar de kerk wilden. Dus op zondagochtend stond er om half acht Anaulatijd (een half uur eerder dan normaal) een ontbijt klaar voor ons drieën en de gids. Een van de koks vergezelde ons en met z’n vijven legden we dezelfde route af als de dag ervoor. In het dorp moesten we eerst langs het huis van onze gids want hij moest zich nog omkleden. Wij mochten plaats nemen op de veranda en de kanonnetjes plus nog een paar kinderen en kleinkinderen van de gids (een tante was jonger dan haar neefje) met autootjes over de balustrade reden. Toen onze gids in een keurig gestreken zwarte broek met een wit overhemd en zwarte schoenen in de deuropening verscheen konden we naar de kerk. Er was een speciale gastenbank, naast de mannenbanken. Deze werden gescheiden door een gangpad van de vrouwenbanken. De dienst was in het sranan maar omdat de dominee afwezig was zongen we enkel liederen en lazen we enkele Bijbelteksten. Iedereen was in het wit gekleed want het was eerste adventszondag. We zongen ‘Grote God, wij loven u’ in het sranan terwijl de rijen met jongetjeskoppies af en toe een steelse blik op ons wierpen. Sommige jongetjes waren zo aan het klieren dat ze telkens een rij naar achteren werden gezet door verschillende mannen. Toen er aan het eind van de dienst eentje een boer liet was het gegrinnik niet te stuiten…..

Op de terugweg spraken we over vele dingen van de cultuur en over de families van de kok en de gids. De gids had gehoord dat we goed hadden meegezongen en zei: ‘Jullie zijn wel echte dus’. Waarschijnlijk had hij verwacht dat we als echte toeristen ook dit wilde 'bezichtigen'.
De zondag besteedden we verder aan zwemmen, lezen, eten en ’s avonds een spelletje.
Maandag was het inpakken geblazen en na het ontbijt maakten we een tocht door het oerwoud op ons eiland waarbij de gids allerlei planten en bomen aanwees en vertelde over hun werkingen. Zo fungeerde het hars van een boom als aanmaakblokje en bleef je van het sap van een andere boom als vrouw strak na een bevalling. Op een gegeven moment stuitten we op een grote berg zand, het domein van de koningsmieren. Van over het hele eiland lopen de mieren naar hun koningin toe en komen ze samen op deze plek waar de grond vol zit met een heel gangenstelsel. Onze gids waarschuwde ons met de woorden: ‘Pas op, als je daar stapt is de hele aarde op je gestort!’
Om elf uur Anaulatijd stond de lunch (brr!) voor ons klaar en daarna vertrokken we weer met het korjaal naar Atjoni, waar de bus al voor ons klaarstond.
Na een aantal buikspieroefeningen in de Cultuurtuin aten we een laatste avondmaal aan de waterkant. Veer en Roos zeiden elkaar voor de laatste keer welterusten (neus in je kussen, neus in de veren, morgen eten we lekkere peren!) vanuit hun bedjes.

De laatste dag reden Veer en Trudie nog naar het ziekenhuis waar ze de ex-collega’s van Veerle ontmoetten, haalden de laatste spullen voor vertrek en namen nog een duik in een luxe zwembad. ’s Middags had de huisbazin roti gehaald als laatste maaltijd en daarna bracht zij ons plus een kennis van de trip naar Zanderij. Na veel brasa’s was het toch echt tijd om afscheid te nemen. Terwijl Veer en Trudie naar de incheckbalie liepen wierp Roos nog een laatste blik waarna ze wegreed in de auto, de duisternis in…



  • 14 December 2012 - 20:52

    André:

    Een dubbel leuk verhaal deze keer!

  • 14 December 2012 - 21:10

    Trudie:

    Ha Rosanne, als ik alles weer teruglees, besef ik wel hoe ik genoten heb van het bezoek aan Suriname! Het was zo geweldig leuk allemaal! heb een fijne tijd nog!

  • 15 December 2012 - 00:08

    Esther:

    Heerrrlijk wat een mooi avontuur en wat goed geschreven.
    leuk om veerle poepiebruin terug te zien
    roos succes met je onderzzoekcj he:)
    Liefs

  • 15 December 2012 - 23:19

    Gerdien En Hanna:

    Jooooooooooooooooooooooooooooooooooo, Bakra...
    wat leuk dat ke het verhaal twee keer verteld en dan precies gelijk.
    Knap werk !
    Klinkt verder weer heerlijk tropisch...wat komt er na de duisternis? Jezus...?
    We gaan nu even je foto`s checken...beter zit er een aap tussen !
    latersss

  • 22 December 2012 - 12:44

    Karolien:

    Wauw, wat een verhalen weer en wat een mooie foto's......
    Nou, wat valt daar veel te genieten, en wat een mooie mensen allemaal...
    Leuk dat meisje met je haar bezig, is weer 's wat anders dan een nichtje!
    O, wat zullen Veerle en Trudie ook genoten hebben...
    Maar wat toepasselijk hè, met je neus in de veren (voor Veerle)......
    Toch fijn zo'n brokje cultuur van thuis!
    Nou meid, sterkte met de laatste weken maar dat komt vast goed,
    doeoeoeoeoeiiiiiiiii,
    veel plezier!
    X

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Veerle & Rosanne

Actief sinds 24 Okt. 2012
Verslag gelezen: 472
Totaal aantal bezoekers 9824

Voorgaande reizen:

27 Oktober 2012 - 22 Januari 2013

Suri, here we come!

Landen bezocht: