Geef me stempels en een speenvarken - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Veerle & Rosanne - WaarBenJij.nu Geef me stempels en een speenvarken - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Veerle & Rosanne - WaarBenJij.nu

Geef me stempels en een speenvarken

Door: Roos

Blijf op de hoogte en volg Veerle & Rosanne

02 Januari 2013 | Suriname, Paramaribo

Little Feather flyed away, but Cosy Rosy stayed! Vanaf vijf december bleef het bed aan de overkant van de slaapkamer leeg. Op deze dag zouden een huisgenootje en ik samen Zwarte Piet spelen op een basisschool. Ze noemen Zwarte Piet hier Pieterbaas en Sinterklaas heet Kinderdag, alles om de associatie met het slavernijverleden te verdoezelen. Sinterklaas komt daarom ook lang niet op elke school langs. In een land vol Pieterbazen natuurlijk de grootste grap om bakra’s in te huren als Piet. Alleen, communicatie is ook hier een belangrijk punt, vooral de verbetering ervan. We waren uiteindelijk toch niet Piet terwijl we wel nodig waren dus Sinterklaas heeft zich met twee gymleraren tevreden moeten stellen…

’s Avonds togen we met de overgebleven bende naar het Braziliaanse Culturele Centrum voor weer een gezellige film. De film was alles behalve gezellig, ondanks de vriendelijke gebaren van Carlos. Alle ellende van de hele wereld leek in een film te zijn gestopt dus terwijl ik af en toe door mijn vingers naar het scherm keek klonken er enkele kreten van een andere huisgenoot door de zaal: ‘Nee, dit meen je niet!’ ‘Ohh, no man!’ ‘Mevrouw, wat een zieke film is dit, vindt u niet?’ De andere gasten en Carlos lachten hard om deze eerlijkheid of draaiden hun hoofd terwijl zich een glimlach om hun lippen krulde. Nadat we ons tegoed hadden gedaan aan pom (een ovenschotel met pomtajer en kip) en salade bij een hip restaurant fietsten we langs een verlicht Onafhankelijkheidsplein weer naar huis waar ons bed ons wachtte op weer een nieuwe dag.

De weken daarvoor en daarna waren vol gepland met verschillende interviews. Plannen is één ding, de interviews ook daadwerkelijk uitvoeren een tweede. Zo kwam het dat ik eens drie kwartier voor een potdicht huis stond terwijl mijn mobiel constant signalen uitzond. De laatste belpoging bleek succesvol. De reden voor deze tijdsverstrijking: het had de afgelopen nacht hard geregend en het was naar binnen geregend in het atelier van de respondent. Ze was bezig met opruimen en had haar mobiel boven laten liggen en was de tijd vergeten… Ach ja. Zo kan er ook een acute afspraak met de dokter plaatsvinden op het moment van het interview, kan er drie kwartier na het afgesproken tijdstip nog geen auto zijn om de persoon naar de stad te vervoeren of is er gewoon nog iets anders te doen. Er is wel heel duidelijk verschil in mentaliteit te merken, bij een gedeelte gaat het gewoon goed, sommige mensen sms’en en voelen zich schuldig omdat de afspraak niet door kan gaan terwijl anderen gerust na een uur nog niets hebben laten horen. En plannen is ook al een uitdaging op zich…. Maar flexibiliteit en geduld zijn twee enorm nuttige eigenschappen in deze maatschappij dus met een grote lach gaan we verder!

De volgende dag was het een Universiteitsdag: deze begon met de wandeling naar de bus. Dat op zich vraagt al om enige uitleg om enigszins een voorstelling van 'de bus' te kunnen maken. Alle bussen vertrekken hier vanaf één punt in het centrum en hebben geen vaste tijden. Wanneer de bus vol is stapt de buschauffeur in. Ideaal, te laat zijn voor een bus komt niet voor!
Het kan voorkomen dat de chauffeur geen rijbewijs heeft omdat deze wordt ingehuurd door een vergunninghouder die zijn eigen mensen in dienst mag nemen. De bussen zelf kunnen het best omschreven worden als een soort Austin Powersachtige, gekleurde muziekbakken op vier wielen. Er zijn bussen in alle kleuren van de regenboog en al aan de buitenkant kan men zien wat voor type de chauffeur is en welke muziek er door het gangpad scheldt, in het geval dit niet al op straat te horen is. Afbeeldingen van rappers, zangers en schaars geklede dames, tezamen met teksten als ‘Only God can judge me’ en ‘I’m the Boss’ bijvoorbeeld, duiden op een getatoeëerde, met gouden kettingen behangen driver. De stoelen zijn vaak bedekt met een zebra- of jaguarprint, uiteraard met de plastic beschermhoes er omheen zodat ze lang goed blijven. Men kan de 1,25 srd (zo’n dertig eurocent) betalen bij het instappen of het uitstappen. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de bussen, ze rijden overal met buitenboord hangende, donkergekleurde ledematen en het maakt niet uit hoever iemand mee reist, iedereen betaalt dezelfde prijs. Wanneer men op het knopje drukt stopt de bus direct. In het gangpad zijn opklapstoelen dus wanneer iemand van de achterbank eruit moet dienen de gangpadmensen op te staan, de bus uit te stappen waardoor de achterste persoon zich rustig naar voren kan verplaatsen, het geld uit zijn of haar zak kan vissen en in de uitgestoken hand van de chauffeur kan leggen. Dan kan de rest weer instappen en vijf meter later wordt er weer op het knopje gedrukt en herhaalt dit ritueel zich. Men drukt op het knopje precies op de plek waar men moet zijn, een paar extra meters afleggen is hier geen optie. Indien iemand ver van het centrum de bus moet pakken, moet men net zo lang wachten totdat er een bus komt waar nog een plek vrij is. De deur staat ook altijd open dus de passagier op de stoel ter hoogte van de deur dient zijn of haar bagage goed vast te houden om het niet te verliezen wanneer de driver een flinke ruk aan het stuur geeft….

Na een gezellige rit van zo’n half uur tussen zwetende en plakkerige lijven kwam ik aan bij de Universiteit waar ik een gastcollege ‘Projectontwikkeling’ volgde. Het college was onder andere bestemd voor een groep studenten van Curaçao die op studiereis waren. In een lokaal vol tweedejaars sociologiestudenten luisterde ik naar de procedure bij de opbouw en uitvoering van een project terwijl de Curacoase studenten allemaal tegelijkertijd antwoord gaven op de vraag van de docent en alles, maar dan ook letterlijk alles filmden. Van de slides van de powerpointpresentatie tot en met de enige bakra in de zaal…..
Na het college ging ik mijn bibliotheekpas ophalen in de Universiteitsbibliotheek. Van tevoren had ik al een formulier ingevuld en was deze ondertekend door mijn begeleidster. Daar aangekomen moest ik aangeven waar ik voor kwam en in een met punten gekrulde schriftje mijn naam, adres en de datum schrijven. Toen kreeg ik een nummertje op papier en mocht ik mijn tas in het bijbehorende vakje deponeren. Toen kreeg ik een plastic pas met een knijpertje om op mijn shirt te spelden. Met de uitleg ‘Pas ophalen? Dat is boven’ liep ik door het halletje dat vol stond met te koop aangeboden boeken voor één srd. Langs een klaterende fontein zocht ik de weg naar de eerste en enige bovenverdieping. Ik zag een studiezaal en een balietje waar softs en snacks werden verkocht door een in een oranje geklede en met goud behangen dame. Waar de pas opgehaald moest worden was mij een raadsel want ik zag enkel een studiezaal en toiletten zonder toiletpapier.
De informatiebalie bleek na navraag in de studiezaal te zijn. Na weer een formulier en twee stempels had ik ‘em: mijn eigen bibliotheekpas van papier! De studiezaal was ongeveer de helft van de oppervlakte van de bibliotheek in het meest dappere dorp der dorpen maar specifieke onderwerpen waren er wel te vinden. Veelal was echter oude(re) literatuur en ook stonden er romans op de planken. Veel bruikbare en bekende literatuur leek te schitteren door afwezigheid, althans in de eerste studiezaal, maar gewapend met een boek van Eric Wolf toog ik naar de balie waar na tien minuten een medewerker kwam. Met een glimlach legde ik mijn vers verkregen pas op de balie. Twee formulieren met naam, adres, telefoonnummer en datum dienden ingevuld te worden. Daarna schreef de medewerker de volledige barcode twee keer over op verschillende formulieren en bezegelde de uitlevering met een aantal stempels. Verlengen was alleen mogelijk indien ik zelf terugkwam dus na twee weken diende ik weer op de stoep te staan. Ik mocht maximaal twee boeken meenemen, studenten van de Universiteit zelf mogen drie exemplaren per keer in hun tas stoppen. Hele boekenplanken in de eigen kast uit de UB voor scriptiegebruik is hier dus gans onmogelijk. Ze moeten hier echt goed plannen met het schrijven van scripties……..
Daarna was het tijd voor een afspraak met mijn begeleidster dat ook nu weer uitmondde in zo’n drie tot vier uur praten over allerlei culturele zaken. Onwijs leerzaam en onwijs gezellig, en tuurlijk, we praatten ook over de vorderingen omtrent het onderzoek.

Zaterdagochtend na een interview vierden we de verjaardag een huisgenootje en namen we de fiets en de boot vanaf de waterkant naar Peperpot. Peperpot is een oude koffieplantage waar nog verschillende directeurswoningen en de oude fabriek staan. Ook is er de kampong, waar de slaven vroeger woonden, te zien waar nog steeds nazaten van de vroegere slaven wonen. Voor Peperpot moesten we een kaartje kopen en nadat de meneer in het hokje ons drie keer had gevraagd of we eerst het natuurpark in zouden gaan of eerst de plantage aan zouden doen, ons nog een vogelboekje probeerde aan te smeren en antwoordde op de vraag of het druk was met ‘toch wel’, fietsten we naar de oude plantage en genoten daar van een picknick. We kwamen onderweg geen enkele andere toerist tegen.
Tot 16.00 uur konden we kaartjes kopen en het park zelf zou tot 17.00 uur open zijn. Om 16.20 uur stonden we voor een dicht hek terwijl we verlangend naar het natuurschoon achter de tralies staarden. Deze bakra’s zijn echter niet voor een gat te vangen en we besloten om onszelf én onze fietsen over het hek te manoeuvreren. Nadat twee van de vier hun benen over het hek hadden gezwiept hield één het prikkeldraad naar beneden en tilden de anderen de fietsen op. Toen iedereen over het hek geklommen was en we net op onze fiets stapten kwamen er twee brommers aan rijden. Oh, oh, nu waren we de sjaak. We zetten ons schrap voor een fikse uitbrander maar de in het geel geklede opzittenden stapten rustig af en zeiden dat het park dicht was. Toen wij vroegen dat het toch om 17.00 uur dicht zou gaan knikten ze bevestigend, ‘Dat is het ook al!’.
Op onze horloges was het inmiddels 16.35 uur. Ze vonden het toch wel zielig en besloten dat we door mochten en een man zou met de auto omrijden om het hek aan de andere kant voor ons open te maken. Dolgelukkig koersten wij het dichte en wonderlijke pad door het oerwoudpark in terwijl aapjes ons aanspoorden met hun geritsel en gekrijs. Hoe wij in vredesnaam met onze fiets aan de andere kant van een dicht hek waren beland leek voor de medewerkers geen brandende vraag te zijn. Na een mooie terugtocht waarbij de lage zon de Surinamerivier in een ander licht zette sloten we de dag af met een etentje bij een van de skjiekere warungs in Blauwgrond.

Zondag besloot ik de kerk waar we al eerder een Bijbelstudie-avond hadden bijgewoond te bezoeken. Aan het einde van de dienst spotte de leider mij en hoorde ik achter me: ‘He, Rosanne, waar is Veerle?’ Hij kende ons nog en ik zei dat Veerle weer in Nederland was. ‘Voor vakantie?’ vroeg hij, nou nee, dat zou ze wel willen!
’s Avonds gingen we met drie meiden naar de film, naar een comedy. Een comedy kijken met Surinamers is één groot feest want ze lachen keihard (en dan ook echt keihard!) om alle grappen. Ik zat naast een Surinaamse vrouw die het schuddebuikend uitgierde en zichzelf op haar benen sloeg van het lachen. Bij elke grap keken we elkaar vol verwachting aan, klaar voor een nieuw lachsalvo. Voldaan en met spierpijn in onze kaken reden we in de taxi naar huis.

Maandagavond verkenden we de Surinaamse jaarbeurs waar verschillende bedrijven hun producten aanprezen en we allerlei gratis hebbedingetjes ontvingen en aan de praat raakten met verschillende Surinamers. Dinsdag kwamen er een aantal sociologiestudenten van de Universiteit met hun docent op bezoek bij het kantoor om over het onderzoek, de organisatie en het bedrijf te praten, voor een opdracht. Ze hebben hier vele projecten die ze in de praktijk moeten uitvoeren en er zijn vele mogelijkheden hier om onderzoekservaring op te doen, erg positief.
Aan het eind van de middag fietste ik na een kort moment thuis voor de tweede keer naar mijn ‘stageplek’ om een kijkje te nemen bij een dansgroep. Verschillende mensen van mijn leeftijd stonden al klaar, allemaal met een gekleurde pangi (lendendoek) om hun heupen geknoopt, zowel de vrouwen als de mannen. Ze begonnen met een stevige warming up en nu ik er toch was kon ik net zo goed meedoen. Voor ik het wist stampte en zwaaide ik mee en brachten we een gedeelte van een Afrikaanse dans ten uitvoering. Na twee en een half uur hard zweten coolden we down en was het tijd voor een evaluatie. Iedereen mocht zeggen wat hij of zij goed vond van zichzelf, van de les en van de docent. Als laatste stimuleerden ze elkaar om te werken aan hun studie en te bidden voor tentamens, echt een hechte en positieve groep!
Daarna crosste ik door de stad om nog een poging te doen op tijd bij mijn salsales aan te komen. Dit faalde jammerlijk maar de warming up had ik inmiddels al gehad. In een heel ander ritme en met andere bewegingen dit keer draaide en zwiepte ik weer in de rondte (of liet dit doen eigenlijk, tenminste, dat is de bedoeling). Met een meer dan voldaan gevoel legde ik mijn ledematen te rusten die avond en zag ik allerlei dansers achter mijn oogleden de revue passeren.

Woensdagochtend had ik een interview die wel, niet en weer wel doorging. ’s Middags had ik met een huisgenootje afgesproken om de stad in te gaan, het was haar laatste dag in SU. Terwijl we genoten van een stuk witte chocoladetaart keken we toe hoe zo’n tien bouwvakkers ongeveer twee uur lang zo goed als niets deden. Tussen onze gesprekken door dook er ineens een telelens op, op zo’n zestig centimeter van onze hoofden. We draaiden onze hoofden in een reflex de andere kant op en keken elkaar verbaasd aan. ‘Dit mag toch wel?’ zeiden de lippen onder de inzoomkoker vandaan. ‘Ehm, nou nee!’ Er zijn van die mensen…
Die avond gingen we als afscheid uit eten en ‘op een party-bus’. Deze bussen zijn van boven open en om de twintig minuten rijdt er een door de stad. Dit gaat gepaard met knallende muziek en veel gehos. Het is enorm populair, vele Surinaamse kinderfeestjes worden op deze manier gevierd. Op dubbelzinnige teksten maken de kleintjes al de meest uitdagende bewegingen die hier onderdeel zijn van de cultuur. Wij volgden dit voorbeeld alleen dan zonder de ‘culturele bewegingen’ en kwamen aan bij een club waar we nog even doorgingen.

Donderdag namen we afscheid en zwaaiden we de groep van vier uit en in een stil huis vervolgden we onze bezigheden. Vrijdag bezocht ik weer de dansgroep en leerde daarbij over hun gebruiken, rituelen en tradities. We moesten aan het eind zelfs een eigen stukje in elkaar flansen en ondanks het heerlijke, luidruchtige, Surinaamse opperen van allerlei opties stonden we uiteindelijk voor de groep met iets. Aan het eind moest elk lid een beweging doen die de rest moest imiteren. Mijn verplaatsende twistbeweging leverde applaus en gejuich op…
Al eerder bezocht ik een andere groep van de organisatie, de angisagroep. Hier leren ze hoe ze hoofddoeken moeten binden. Dit is nog een heel karwei aangezien ze eerst de doeken moeten stijven, dan strijken en pas daarna kunnen ze gebonden worden. Vanuit de geschiedenis hebben de bindwijzen van deze hoofddoeken iets te zeggen omdat de draagsters niet altijd de kans kregen om zelf te praten en/of commentaar op lopende zaken te geven.
Zo heb je de ‘Ik zie je op de hoek’ waarbij de punt naar een bepaalde hoek wijst. Of wat te denken van de ‘Laat maar waaien!’ waarmee wordt aangeduid dat een bepaalde persoon op kan vliegen. Tegenwoordig zijn de betekenissen van deze vormen niet meer op dezelfde manier in gebruik maar de angisa zelf wordt veelvuldig gedragen bij feestdagen, vaak met bijbehorende koto, yaki (rok en bovenstuk) tas en paraplu. Het was een mooi gezicht om de vlijtige vingers over de kleurige, geruite, stevige stof te zien gaan terwijl de spelden de stof in de goede positie zette om tot de prachtigste creaties te komen.

Vrijdagnacht moest ik nog even verhuizen en samen met mijn buurvrouwtje hebben we ons hele halletje en de beide kamertjes gepimpt met slingers en witte en kleurige kerstlichtjes (die alleen bleken te kunnen knipperen). In mijn nieuwe, aircoloze, schattige hokje voelde ik me al gelijk thuis en sliep ik snel in onder mijn klamboe.

Zaterdag was de dag dat mijn buurvrouwtje 22 werd dus met een eitje, fruit, thee en brood in mijn hand zong ik met een verjaardagsmutsje op mijn hoofd uit volle borst ‘Happy Birthday’ aan haar bed. Nadat we in pyjama en met muts het laatste huisgenootje over hadden gehaald om mee te gaan op een tripje die dag, werden we opgehaald en naar het busje gebracht. We reden met een vol busje naar de Colakreek. Deze kreek wordt zo genoemd omdat het water door de bomen net zo donker is als cola. Er waren verschillende hutten en plekken langs de kreek om de hele dag te hangmatteren en te chillen.
De ouders van mijn BV (buurvrouwtje) waren ook in SU en hadden al taart gebracht. ’s Avonds gingen we met hen en nog twee huisgenoten uit eten waar een huisgenoot lyrisch was over het overheerlijke eten en we op de foto werden gezet voor de Facebookfoto van het restaurant.
Zondag ging m’n BV’tje mee naar de kerk en ontving ze een T-shirt, dit in plaats van de nagelknipper. Na een filmpje gingen we ’s avonds met z’n allen inclusief de huisbaas en zijn familie uit eten bij de Chinees. In een witte, met tl-verlichte zaal deden we ons aan een grote ronde tafel tegoed aan pittige komkommer, schalen met bami, rijst en gefrituurde vis.
De huisbaas vertelde dat hij elke dinsdag na het basketballen deze Chinees aandoet met zijn basketbalvrienden. We hadden al aangekondigd dat we een keer zouden kijken bij het basketbal en besloten ter plekke dat we daarna wel mee konden eten. De huisbaas liet weten dat er nog nooit een vrouw had mee-gegeten, ook geen vrouwen of vriendinnen van de basketballers. En aangezien dit de laatste keer van het jaar was zouden ze een heel speenvarken aan hun vorken rijgen dus we ‘hadden geen schijn van kans!’.

Dinsdag was het zover: BV’’tje en ik reden met de huisbazin naar het sportcomplex. Een beetje onwennig en verlegen liepen we door de beschilderde hal af op het geluid van de dribbelende bal. In een grote zaal zagen we zo’n twaalf oudere mannen rondrennen in basketoutfits terwijl er een aantal mannen op de tribune zaten. Wij namen ook plaats op de tribune en speurden het veld af naar onze huisbaas. Daar was hij, hij kwam de kleedkamer uitstappen in vol ornaat terwijl hij even glimlachte en toen weer stoer het veld opliep. We hadden de benodigde aanmoedigingsitems aangeschaft en bij elk doelpunt van het team van de huisbaas bliezen we op onze toeters. Toen de huisbaas één keer scoorde gilden we ook en keken alle mannen op het veld onze kant op. ‘Ach’, zeiden we tegen elkaar, ‘hij scoort toch niet vaker’. In totaal mikte hij zes keer de bal in het net terwijl de huisbazin zei dat hij anders nooit zoveel scoort terwijl wij als een stel Dolle Mina’s doorgingen met aanmoedigen.
En dan klonk maar rond dat ‘die andere mannen’ beter hun best zouden gaan doen en vleugels zouden krijgen als er vrouwen zouden komen kijken, ja, ja…..
Na de training werden we over gehaald om ook een balletje op te werpen en al snel kwam onze huisbazin eraan: ‘Meisjes, het is geregeld hoor!’ Zo kwam het dat wij aan een enorme ronde tafel waar een speciaal tafeltje bij was gezet, als een wormvormig aanhangsel met de elitemannen van Paramaribo speenvarken zaten te eten, als eerste vrouwen in de geschiedenis van dit team. ‘Jullie hebben gewonnen hoor’, zei de huisbaas. Daar was het natuurlijk om te doen, dat speenvarken kon ons gestolen worden.

De laatste dagen voor de vakantie bezocht ik onder andere de vrouwengroep van de organisatie waar ik hoorde wie wat precies in haar kerstpakket had gekregen en welke onderdelen ze voor het komende jaar op het programma hadden staan. Ze kunnen en doen onwijs veel, het is een erg actieve groep. Ook werd ik uitgenodigd voor hun kerstdiner een week later.
Verder genoten we, na het behalen van het basisdiploma salsa, van de kerstvolkszang in het centrum waar het vol stond met mensen, allemaal in het rood met wit gekleed. Het was een prachtig gezicht om de hele menigte samen ‘Midden in de donk’re nacht’ (hier is het geen winter!) te zien zingen. Vele artiesten passeerden de revue, waaronder een christelijke rapper (Jezus is cool, yeah, yeah), een jazz zangeres (have yourself a merry little christmas) en zes struise vrouwen met krachtige stemmen (silent night).
Vele gebouwen waren inmiddels versierd met lichtjes, kerstballen en namaakgroen en op het Onafhankelijkheidsplein stond een kale den met kitscherige, kille verlichting zijn opwachting te maken op de tijd die zou komen: Kerst en Oud en Nieuw. Nog even werken en dan ging toch echt de kerstvakantie van start, een tijd vol feesten waar elke Surinamer het hele jaar naar uitkijkt!






  • 02 Januari 2013 - 21:32

    Charle:

    't blijft leuk om te lezen.Als je terugbent ga ik dit nog missen. Je kunt ook vanuit Leiden blijven schrijven....

  • 02 Januari 2013 - 21:57

    Trudie:

    Hoi Rosanne, jij blijft maar enthousiast! Leuk om weer een verhaal te lezen! De groeten aan de huisbaas!

  • 03 Januari 2013 - 00:08

    Maryse:

    Hai, lieve Roos! Wat weer een geweldige blog!! Wat een belevenissen en dagbestedingen! Tof om te lezen.
    Veel succes en plezier nog deze maand!!

  • 03 Januari 2013 - 09:16

    Esther:

    Heey roos

    Wat leuk om te lezen dat je kamer bevalt!!
    Hangt mijn slinger nog uit het raam?
    Ik ben heel benieuwd naar je verhalen over de
    Feestdagen.
    Geniet van je laatste weken!!!
    Liefs esther

  • 03 Januari 2013 - 10:04

    Gert Jan:

    Ik moet nu werken, dus kan ik het nog niet lezen. Maar het zal vast wel weer net zo leuk en boeiend zijn als de vorige keren.

  • 03 Januari 2013 - 12:00

    Marijke:

    Oooh wat heerlijk Roos! Leuk om je verhalen te lezen..

  • 03 Januari 2013 - 23:28

    Karolien:

    Nou, dat zal nog afkicken worden als je terug gaat.....
    Veel plezier de laatste weken, geniet nog maar een poosje van de zon,
    daaaaaag,
    x

  • 04 Januari 2013 - 17:17

    Gert Jan:

    Wouw, mooi verhaal zeg. Er is daar in Suriname echt altijd van alles te beleven. Al vraag ik me wel eens af of er echt alleen maar gefeest wordt of ook nog wel eens gewerkt .... En je terugkeer in Nederland wordt wel een beetje een koude douch ..... Maar waarschijnlijk willen ze je daar in Suriname ook wel een permanente verblijfsvergunning geven, nu je de inburgeringscursus bijna hebt doorlopen.

  • 04 Januari 2013 - 21:50

    Tobias:

    Totale gekte dus.


    Veel plezier nog!

    Laters

  • 05 Januari 2013 - 10:28

    Eline:

    Hilarisch! :)

  • 05 Januari 2013 - 11:53

    Merijn:

    Mooi verhaal weer ja.

    Ps: mag volgende keer ook wel de samenvatting erop zetten.

    Moi

  • 12 Januari 2013 - 23:30

    Ineke VdH:

    Was weer leuk!

  • 19 Januari 2013 - 17:51

    Tamar:

    Vet hoor Roosie! Die busjes zijn ook cool, dat herken ik wel uit Kenia, alleen zijn ze bij jou wat groter. Gek he dat in Nederland alles zo volgens schema gaat en anders wordt iedereen gek... Maar overal kunnen stoppen is best relax!!
    Volgens mij ben jij verder super aan het genieten en chillen daar. Niet dat jij ook maar stil kunt zitten ;) Maar het klinkt allemaal als leuke dingen! Geniet er nog even van.
    Liefsss

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Veerle & Rosanne

Actief sinds 24 Okt. 2012
Verslag gelezen: 648
Totaal aantal bezoekers 9807

Voorgaande reizen:

27 Oktober 2012 - 22 Januari 2013

Suri, here we come!

Landen bezocht: